maandag 17 oktober 2011

Een vos, een berg en de rest van week 5

Zaterdagavond lag ik in m’n tent de hoogtekaart van de Independence Pass te bekijken (klopte overigens geen kloot van, bleek de volgende dag); toen hoorde ik Aart praten. Zijn tent stond ruim 20 meter verderop. Het verbaasde me al een beetje, maar wellicht dat hij een filmpje aan ’t maken was ofzo. Tot ik hoorde: “Gerrit, kom met je berenspray!” ohjeee..... Dus ik deed zo snel mogelijk m’n slaapzak uit, spray uit m’n tas en zaklamp aan. M’n lamp gaf al een paar dagen aan dat de batterijen bijna op waren, maar nu viel ie echt uit – over slechte timing gesproken. Desondanks ben ik m’n tent uit gesprongen; ’t was best beren koud met alleen een onderbroek en shirt aan (geen tijd voor schoenen). Gelukkig deed m’n lamp het toch weer even en ik zag naast Aarts tent twee lichtgevende oogjes mij aanstaren. Toen ik dichterbij kwam liep ‘t weg, ik dacht de contouren van een vos te herkennen. Halverwege realiseerde ik me dat er nog een veiligheidspal op m’n spray zat; dus ik moest even kijken hoe die er af ging zonder Aart z’n tent uit te spuiten. Palletje verwijderd, maar nu waren de oogjes opeens weg. En eigenlijk had ik nog geen flauw idee hoe die spray werkte dus angstig keek ik om me heen. Omdat ’t beest in ieder geval niet meer naast Aarts tent was, kroop Aart ook naar buiten. Ik stond inmiddels te trillen op m’n benen (van de kou). Een kleine 30 meter verderop het pad zag ik de oogjes weer. Het was idd een vos-achtig iets.
Het handvat van Aarts rugzak was kapot gebeten, de vos had geprobeerd de tas onder zijn tent naar buiten te trekken. We hebben toen alle naar voedsel ruikende dingen in berenkasten gedaan (we stonden toevallig op een afgesloten campsite).
Op m’n weg terug naar m’n eigen tent zag ik de oogjes weer glinsteren, tien meter achter m’n tent op de helling van de berg. De vos sprong vlug verder de berg op toen ik dichterbij kwam, dus die was banger voor mij dan ik voor hem (spreekwoordelijk).
Een half uurtje later schrok ik wakker van een hele harde schreeuw van Aart, twee tellen daarna hoorde ik een beest langsrennen en bij mijn tent stoppen. Het schreeuwen werkte blijkbaar, dus ik wenste ’t beest ook nog wat toe en hoorde het weer verder rennen. De rest van de nacht bleef het rustig en al onze spullen waren de volgende ochtend nog heel (op dat handvat van Aarts tas na).

Verder ging afgelopen week me soepel af. Ik ben over de helft dus ’t einde komt in zicht. We schieten aardig op dus we kunnen een relaxed tempo aannemen. Zondag hebben we Independence Pass beklommen, 3679 meter hoog. Vanaf 3400 meter had ik echt last van de hoogte, ook als ik een paar minuten stil had gestaan begon ik binnen 10 seconden te hijgen als ik weer ging fietsen. De laatste 100 meter leken eindeloos, maar als je blijft trappen kom je overal.







Geen opmerkingen:

Een reactie posten